Afgelopen dinsdag 30 oktober verscheen het tweejaarlijkse Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (WNF). Enkele punten daaruit:
- Tussen 1970 en 2014 zijn populaties zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën met gemiddeld 60% afgenomen,
- de afgelopen dertig jaar is naar schatting ongeveer de helft van het ondiep water koraal op aarde verloren gegaan, terwijl bijna 200 miljoen mensen afhankelijk zijn van koraalrif dat beschermt tegen vloedgolven en springvloed,
- het regenwoud krimpt: in 50 jaar tijd is twintig procent van het Amazone regenwoud gekapt,
- de afgelopen vijftig jaar hebben we 6 miljard ton vis en schelpdieren uit de oceanen gevist,
- 90 procent van alle zeevogels heeft tegenwoordig plastic in zijn maag,
- door toedoen van de mens is de aarde de afgelopen vijftig jaar 170 maal sneller opgewarmd dan onder natuurlijke omstandigheden het geval zou zijn geweest.
Door zulke cijfers en de omvang van de problemen waar we voor staan, kun je makkelijk ontmoedigd raken, denken: ik kan er toch niets aan doen, en maar doorgaan met leven alsof er niets aan de hand is. Dat is dunkt mij nog steeds de houding van heel veel, en waarschijnlijk van de meeste mensen in de westerse wereld.
Maar verstandig is het niet.
Want we kunnen wel degelijk iets doen. Niet de kop in het zand steken. Ook niet blind vertrouwen op de technologie die alle problemen (klimaatverandering, een stijgende zeespiegel, overbevissing, plastic soep, het uitsterven van diersoorten) wel voor ons zal oplossen. Maar wel verstandige keuzes maken in ons eigen leven op het gebied van energie, voeding en mobiliteit. En partijen steunen die de problemen waar we voor staan serieus nemen en er echt iets aan willen doen.
Kortom: met het optimisme van de wil gewoon je best doen en een bijdrage leveren, al is die nog zo klein, aan het leefbaar houden van de aarde.
Want dat is het wat er op het spel staat.
Yes, we can!